Omgaan met ‘DIS’

Omgaan met een ‘dissociatieue identiteits stoomis’
Dit boek is om meer dan één reden een controversieel boek. In de eerste plaats gaat het Omstreden onderwerp. In de negentiger jaren van de vorige eeuw was DIS nog regelmatig voorpaginanieuws. Eerst waren er de verhalen van de slachtoffers die er – vaak pas na vele jaren – achter kwamen dat zij als kind waren misbruikt. Vervolgens waren er de twijfels die ertoe leiden dat vermeende daders werden vrijgesproken. Ten slotte waren er de rechtszaken tegen de therapeuten die hun cliënten deze verhalen zouden hebben ingefluisterd.
Nog steeds wordt de dissociaricve identiteitsstroornis door velen niet erkend en struikelen sceptici over elkaar heen met de bewering dat ‘hervonden herinneringen’ niet bestaan. Klinisch psycholoog James G. Friesen weet wel beter. Hij kwam deze overlevenden van ernstig misbruik in zijn praktijk tegen. Samen met zijn team heeft hij een methodiek ontwikkeld waarmee hij DIS met succes kan behandelen. Zijn benadering biedt mogelijk ook perspectief voor mensen die lijden aan de borderline persoonlijkheidsstoornis.
In de bespreking van zijn methodiek snijdt Friesen een tweede omstreden onderwerp aan: exorcisme. Hij verzet zich tegen de opvatting dat de persoonlijkheden van een meervoudige demonen zijn, die moeten worden uitgedreven, maar sluit niet uit dat zich tussen deze persoonlijkheden entiteiten bevinden, die demonisch van aard zijn. Daarom pleit hij voor een behandeling van zowel de ziel als de geest. Daarbij is zowel psychologische als pastorale zorg nodig. Herstel heeft een psychische en een geestelijke dimensie.
In het pastoraat weet men met DIS over het algemeen geen raad. Veelal weet men niet veel anders te doen dan uit onmacht te verwijzen of over te gaan tot het uitdrijven van demonen. ‘Omgaan met DIS’ is het eerste boek waarin een psychologische benadering van DIS op een evenwichtige wijze wordt gecombineerd met een geestelijke benadering.
Dr. James G. Friesen is lange tijd als directeur en klinisch psycholoog verbonden geweest aan Shepherd’s House, een christelijk centrum voor ambulante psychotherapeutische zorg in Californië. Momenteel is hij hulpverlener met een eigen praktijk. Samen met een aantal vakgenoten, w.o. de in Nederland bekende E. James Wilder, heeft hij het zogenaamde LIFE-model ontwikkeld, waarin de menselijke ontwikkeling op een psychologische maar ook Bijbels verantwoorde wijze wordt beschreven. Dit LIFE-model wordt door steeds meer christenhulpverleners gezien als een goede basis om zorg te verlenen.